Column: 010 & 020, Vrienten & Derksen, kwartjes & duppies

Als ik de kenners moet geloven staat 020 voor oogverblindend en verfijnd en 010 voor hard werken en noeste onverzettelijkheid. Ik ben blij dat die beide karakters dit jaar opvallend veel overeenkomsten hebben laten zien. Ik zag tikkie takka in 010 en 020 wist niet van opgeven. Ik houd erg van de verschillende stijlen. Zoals ik ook kan genieten van de onafhankelijkheid van Johan Derksen. Ik hoef het niet altijd met hem eens te zijn om zijn mening te kunnen waarderen. Zijn provocaties hebben weleens een naïef randje, ik herken dat. Afgelopen week had ik mijn 010 houding heel hard nodig in 020 want het was vooral snoeihard werken wat werd gevraagd. De voldoening die ik daar met mijn team uit haal, daar kan geen gelikte combinatie tegenop. Ik raakte in discussie met een collega die het niet fair vond dat ik een opmerking had gemaakt over zijn telefoongebruik tijdens het werk. Ik ben niet zo flauw dat ik vind dat telefoons in de locker moeten achterblijven. Het is 2022, dus ik vind dat we daar volwassen mee moeten omgaan. Maar ik wil niet dat je telefoon belangrijker is dan je werk, zelfs niet als je schijt-eigenwijze karakter het verschil kan maken. Ik las onlangs dat iemand 25000 whats-app berichten in een jaar had verstuurd. Dat zijn er pakweg 68 per dag dus al snel 4 á 5 per uur, ik denk niet dat je dan nog tijd hebt om je werk fatsoenlijk te doen. Misschien dwaalde dat door mijn hoofd. Het is elke dag puzzelen met meer werk dan koks en ik houd niet van puzzelen en al helemaal niet van spelletjes. Die worden ook vaak gespeeld, vaak zonder dat ik het door heb, dus misschien word ik daar paranoia van. Het is druk en gecompliceerd en zoals Henny Vrienten zei: ‘Tussen de regels is alles anders.’ Het werk is fysiek zwaar en dat is ook logisch als er niet genoeg koks zijn en de drukte sneller is gekomen dan verwacht. Met man en (on)macht doen we wat we kunnen, met helaas de kans dat de swingende kwaliteit hier en daar vervaagt, dat overkomt 020 net zo vaak als 010. Omdat ik hartstikke blij ben met mijn collega’s ben ik flexibeler geworden, terwijl dat feitelijk niet kan. Ik houd dus volop rekening met redelijke wensen en privé-verplichtingen, let secuur op uren en werkbalans, omdat ik veronderstel dat we dan aan een duurzame samenwerking werken. Mijn naïeve geest bedenkt dat als ik veel geef, de keuken wellicht ook meer in retour ontvangt. Meestal werkt het zo. Ik kan de voordeur wel uitnodigend openzetten, ik moet ook de achterdeur zoveel mogelijk gesloten te houden. Uiteindelijk is niet alleen het team en de geboden kwaliteit mijn verantwoording, maar willen we ook nog wat verdienen. Dat is lastig nu. Niemand kan mij uitleggen waarom werkelijk álles duurder is geworden. Bij de pomp constateerde ik dat de 20 cent van een paar weken terug er alweer bij wordt gerekend. Ook een spelletje. Ik maak al een koksleven lang van een dubbeltje een kwartje. Alle centenneukers en profiteurs van nu maken echter van mijn zorgvuldig verworven kwartje nauwelijks nog een duppie. Ik zat, na een dag buffetten bouwen en productie stapelen, half slapend met een bord op schoot naar de TV te kijken en werd ik overvallen door een rillend reclameblok, waardoor ik geen hap meer door mijn keel kreeg: feitelijk een parade van kalknagels, gehoorapparaten, droge vagina’s, bejaardenfauteuils, trapliften, proefslaapervaringen, discreet maandverband en vetpercentages, die het scherm vulden gedurende zowat de hele maaltijd. Dus ik wist niet hoe snel ik moest weg-zappen naar rijdende rechters, vrouwen die boeren zoeken, een songfestivalvoorspel, Derksen & Gijp en Hubert die Brult. Ik vind het dus logisch dat horecamensen liever hun gasten blij maken met fijn eten en goeie service dan dat ze voor die heerlijke zinloze TV gaan bankhangen. Gelukkig belde mijn telefoonverslaafde collega me op – hij is toch een beetje onze eigen Derksen – of ik zin had om hem te komen helpen met een buffet voor alweer een vliegtuig vol gestrande Schiphol passagiers. Ik ben direct in mijn auto gestapt.

Plaats een reactie